Rechtbank vernietigt verkeersbesluit bussluis Bovenkerk

AMSTELVEEN Rechtbank Amsterdam heeft het verkeersbesluit dat de aanleg van een bussluis op de Noorddammerlaan in Bovenkerk mogelijk maakte, vernietigd. Volgens de rechter heeft de gemeente het besluit op onzorgvuldige wijze voorbereid en het besluit onvoldoende onderbouwd. De rechtbank deed de uitspraak in een zaak die was aangespannen door Actiecomité Veilig Bovenkerk. Dat betekent niet dat de gemeente de bussluis nu weer moet verwijderen. De rechter heeft bepaald dat het college van B en W een nieuw en beter onderbouwd verkeersbesluit moet nemen.   

De bussluis is in november 2021 aangelegd om het doorgaande verkeer over de Noorddammerlaan en de Legmeerdijk te weren zodat deze wegen veiliger worden. Bewoners van de Bovenkerk vreesden echter dat dit tot een toename van het verkeer in de straten in hun woonwijk zou leiden. Uit onderzoek door Royal Haskoning was gebleken dat door plaatsing van de bussluis het verkeer in het midden van Bovenkerk zou verdrievoudigen. Dit feit was voor veel bewoners een complete verrassing. Dat het verkeer zo sterk zou toenemen was in het voorafgaand draagvlakonderzoek (dat via een enquête werd uitgevoerd) ook niet benoemd. 

Om de onvrede hierover kenbaar te maken hield hield het actiecomité onder meer een handtekeningenactie die door veel bewoners werd gesteund. Ook tekende het comité bezwaar aan tegen het verkeersbesluit.

De rechter steunt de bewaren van de bewoners tegen dat besluit. ‘Door niet alle beschikbare informatie voor te leggen aan de deelnemers van de enquête, heeft het college het verkeersbesluit op onzorgvuldige wijze voorbereid,’ stelt de rechtbank. De gemeente heeft volgens de rechter in het besluit ook onvoldoende onderbouwd welke verkeerskundige gevolgen de verschillende onderzochte varianten zullen hebben en waarom uiteindelijk voor deze variant is gekozen. De rechter heeft nu bepaald dat het college een nieuw verkeersbesluit zal moeten nemen, ‘waarin het alle betrokken belangen zichtbaar weegt en de uiteindelijke keuze onderbouwt.’