OV-excursie in Amstelveen: haltes kunnen veel beter

AMSTELVEEN Er rijden prachtige moderne bussen en trams in Amstelveen. Maar met haltes is het minder goed gesteld, vooral voor rolstoelrijders. Dat bleek vrijdag bij een excursie van raadsleden, wethouder en mensen van Connexxion, GVB en Vervoerregio Amsterdam, samen met ov-reizigersorganisatie ROVER langs belangrijke haltes.

De excursie begon op Busstation Amstelveen, dat velen ervaren als een donker gat. Een groeiend probleem daar vormen de ‘weesfietsen’, fietsen die er maandenlang ongebruikt in de rekken staan, nu minstens 125. Ze zijn te herkennen aan lege banden en een vervuilde aanblik. “Maar ze mogen niet zomaar worden weggehaald,” vertelt Marinus de Jong van ROVER. “Er moet eerst voor vier weken een sticker op die de eigenaar verzoekt de fiets weg te halen. Staat de fiets er daarna nog, dan pas kan die worden weggehaald.” Amstelveen heeft er nog geen beleid voor, maar wethouder Herbert Raat kondigde aan dat de gemeente binnenkort 45.000 euro uittrekt voor het weghalen van fietsen. Voor een ander probleem, duiven die onder meer de zitbanken onderpoepen is nog geen oplossing. “Er wordt te weinig schoongemaakt,” aldus De Jong. Ook een minpunt is dat ondanks de aanwezigheid van een toilet menigeen liever gratis plast in een donker hoekje nabij de R-Nethaltes voor de bussen richting Amsterdam.

MIDDENEILAND

ROVER ziet overigens graag dat het middeneiland aan de kant van de R-Netbussen smaller wordt en de perronstrook voor de richting Amsterdam breder. “Dan ontstaat er tevens een mooie voetgangersverbinding naar het Stadshart,” aldus De Jong. Liefst verhuist hij ook de R-netbussen naar Haarlem en Amsterdam Arena van achter de schouwburg naar het overdekte deel van het busstation. Op korte termijn kunnen nu afwezige bordjes met verwijzingen een verbetering voor de reiziger zijn.

Ook ziet ROVER wel wat in het doortrekken van tramlijn 5 van Handelsplein naar busstation. Er is hierover al vaak nagedacht, maar het is ingewikkeld en duur. Volgens ROVER is de meest logische route voor een doortrekking via Meander. “De straat is er breed genoeg voor.” zegt De Jong. “Sinds de afsluiting voor auto’s aan de kant van het busstation is het er ook niet zo druk en bewoners zijn al gewend aan het regelmatig passeren van bussen.” Als het gezelschap op het Handelsplein komt, wordt als alternatief besproken het doortrekken van lijn 5 over de Handelsweg naar de HEMA. De tram bereikt zo niet het busstation, maar komt wel een stuk dichter bij.

ORANJEBAAN

Een kort ritje met tram 5 brengt het gezelschap naar de halte Oranjebaan, een belangrijk overstappunt tussen de trams en R-Netlijn 300. Daar blijkt de situatie voor rolstoelreizigers erg ingewikkeld. Trams halteren noord-zuid op een viaduct, de bussen halteren oost-west op grondniveau aan weerszijden van de weg. Er is echter maar één lift, aan de zuidkant van het perron, waarmee de bussen richting Bijlmer redelijk vlot te bereiken zijn. Aan de noordkant is echter alleen een trap waarmee je bij de halte voor de richting Haarlem kunt komen. “De rolstoelgebruiker moet om die te bereiken met de lift naar beneden, dan verder naar de rotonde met de Van Heuven Goedhartlaan, daar oversteken en vervolgens terug langs de andere kant van de Oranjebaan naar de bushalte. Dat is erg omslachtig met een rolstoel,” zegt De Jong. Tijdens de excursie blijkt de situatie nog erger: de lift is defect. “Hier kan iemand in een rolstoel dus helemaal niets,” concludeert De Jong, die graag ook een lift aan de noordkant wil. Verder zijn ook op de halte Oranjebaan verwijzingsbordjes wenselijk.

WESTWIJK

Op de eindhalte Westwijk van tram 25 vertelt Lex Hendriksen van ROVER over nog een probleem voor rolstoelrijders. “De trams zijn voorzien van een uitschuifbare plank om de spleet tussen perron en tramvloer te overbruggen,” zegt hij. “Er is echter een hoogteverschil dat het voor rolstoelrijders eigenlijk onmogelijk maakt om zelfstandig de tram te gebruiken. Een oplossing is het 2 centimeter afschaven van een stukje perron, zodat de plank beter aansluit. Dit is getest en werkt. Maar de uitvoering blijft steken in de aanbesteding. En dus gebeurt er niets.”

Een rit met buslijn 199 terug naar het busstation sluit de excursie af. Deze bus rijdt één keer per half uur en is belangrijk om wijken te ontsluiten naar bestemmingen als Ziekenhuis Amstelland, het Stadshart en het raadhuis voor mensen die geen auto hebben of slecht ter been zijn. Vergelijkbare lijnen zijn de 174 en 186. Amstelveen zou meer van zulke lijnen moeten hebben, bijvoorbeeld naar Waardhuizen en oostelijk Amstelveen. Fijnmazigheid heet dat. Met deze rit vraagt ROVER aandacht voor dit probleem dat al decennia lang regelmatig gesignaleerd en besproken wordt, maar dat toch almaar blijft voortbestaan.

René de Leeuw