Amsterdamse Bos plant 240.000 bollen in strijd tegen eikenprocessierups

AMSTELVEEN De beheerder van het Amsterdamse Bos plant ook dit najaar bollen van stinzenplanten die natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups moeten aantrekken. In totaal gaat het om 240.000 bollen. Ze worden tussen 24 oktober en 4 november geplant langs de Kleine Noorddijk, in de buurt van de Parkeerplaats van de geitenboerderij en nabij de kop van de Bosbaan, Wandelaars en fietsers kunnen enige hinder ervaren bij het passeren van de werkzaamheden.

Bij de Kleine Noorddijk (nabij de Bosrandweg) en in de omgeving van Parkeerplaats van de geitenboerderij maait het bosbeheer eerst de plantstroken en bewerkt de grond voor. Daarna worden de bollen handmatig geplant. Nabij de kop van de Bosbaan gebeurt dat machinaal. Naast de 240.000 bollen die de de grond in gaan, wordt ook 1.495 vierkante meter ingezaaid met een kruidenmengsel. Met name op de Kleine Noorddijk kunnen de werkzaamheden soms wat overlast veroorzaken op het voetpad en incidenteel ook op het fietspad en de rijweg. Passanten worden op de werkzaamheden gewezen.

BRANDHAARTJES Het planten van stinzenplanten (oftewel verwilderde voorjaarsbloemen) is een manier om de eikenprocessierups op natuurlijke wijze tegen te gaan. Ze trekken natuurlijke vijanden van de rups aan. De eikenprocessierups veroorzaakt in de zomermaanden overlast, omdat de brandhaartjes voor irritatie op de huid en in de ogen zorgen bij mens en dier. Sluipwespen, gaasvliegen, mezen en vleermuizen zijn dol op de eikenprocessierups en kunnen helpen om de overlast van deze rups te bestrijden. 

GROTE OVERLAST In de zomer van 2019 was de overlast van de eikenprocessierups in het Amsterdamse Bos zo groot dat we enkele delen van het Bos uit voorzorg hebben afgesloten voor bezoekers. Om te voorkomen dat de overlast nog eens zo groot kan worden, is het bosbeheer in 2019 gestart met het aanplanten van grote hoeveelheden stinzenbollen. Dit gebeurt op locaties waar eikenbomen staan en veel bezoekers passeren.