Melding NVWA over gelekoortsmug in Amstelveen onjuist

AMSTELVEEN Een melding van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) dat de eerste exotische muggen van 2022 in Amstelveen waren gesignaleerd, blijkt onjuist te zijn. De melding betrof een of meerdere gelekoortsmuggen die op 5 januari bij de vertrekpassages van Schiphol waren gemaakt. Dit blijkt uit informatie die recent bekend is gemaakt door de NVWA.

Voorheen maakte de NVWA alleen de gemeente en woonwijk bekend. Naar aanleiding van kritiek vanuit de Tweede Kamer wordt sinds dit jaar naast de naam van de gemeente ook de postcode van de vindplaats op de site gezet. Bij deze nieuwe aanpak aanpak ging het echter direct mis. 

“Op de site had de NVWA als vindplaats aanvankelijk de gemeente Amstelveen vermeld, met daarbij de postcode 1118 PA. Echter, die postcode bleek helemaal niet te bestaan,” vertelt Wilfred Reinhold, voorzitter van het platform platform Stop invasieve exoten. “Postcode 1118 AP bestaat wel, maar heeft betrekking op de vertrekpassages van Schiphol. Schiphol ligt echter in de gemeente Haarlemmermeer, dus niet in Amstelveen. Er is in Amstelveen wel een straatje met postcode 1181 PA. De vraag aan de NVWA was dus: welke postcode is correct?”

Het platform kreeg direct antwoord van de NVWA. “Onder dankzegging voor de reactie meldde een medewerker dat de postcode op de website aangepast was. Op de site stond toen nog steeds Amstelveen als vindplaats genoemd, maar de postcode luidde nu 1181 PA. Dat zijn een tiental huizen in de wijk Elsrijk, aan de straat Amstelhoven. Drie dagen later stuurde de NVWA echter opnieuw een mail, waaruit bleek dat het eerdere antwoord onjuist was. Het bleek toch niet te gaan om een vondst in Amstelveen, maar in de gemeente Haarlemmermeer, bij de vertrekpassages van Schiphol,” aldus Reinhold. 

Het platform is op zich verheugd dat de NVWA naar aanleiding van kritische Kamervragen van D66’er Tjeerd de Groot een stap in de goede richting gezet, door in plaats van een woonwijk de postcode te vermelden. “Dat is een heel stuk nauwkeuriger. Maar het is te hopen dat de bekendmaking van de vindplaatsen de rest van het jaar wel iets soepeler verloopt dan nu,” stelt Wilfred Reinhold.