Amsterdamse Bos begint weer met bestrijding eikenprocessierups

AMSTELVEEN De beheerders van het Amsterdamse Bos beginnen weer met de biologische bestrijding van de eikenprocessierups. Eikenbomen op plekken waar voorgaande jaren veel overlast is geweest, worden besproeid met nematoden. Dat zijn kleine aaltjes die de rupsen binnendringen, waardoor de rupsen doodgaan. In het bos worden vóór 15 mei eiken besproeid die aan de Nieuwe Meerlaan, in de omgeving van de parkeerplaats Radarterrein en in de omgeving van Groot Kinderbad staan. 

De rupsen kruipen binnenkort uit hun eitjes. Vanaf eind mei kunnen de haartjes van de rups voor gezondheidsklachten bij mens en dier zorgen. Ze zorgen voor jeuk, huiduitslag en geïrriteerde ogen en luchtwegen. Daarom worden de rups en de nesten bestreden. Een volgroeide eikenprocessierups heeft ongeveer 700.000 haartjes.

NATUURLIJKE VIJANDEN

Het bosbeheer probeert de rups zo natuurlijk mogelijk te bestrijden. Dat gebeurt onder meer door natuurlijke vijanden aan te trekken. Zo zijn er bijvoorbeeld nestkasten voor rups-etende vogels opgehangen bij eikenbomen, en zomerverblijven voor de vlinder-etende vleermuizen. Ook worden broedkisten geplaatst voor jonge insecten zoals de gaasvlieg en sluipvlieg, die de rups lekker vinden. Verder wordt er zo min mogelijk gemaaid rond eikenbomen, zodat er allerlei insecten op afkomen die graag een rups eten.

BESCHERMDE VLINDERS

Daarnaast worden de rupsen biologisch bestreden met nematoden. Deze aaltjes verdragen geen daglicht en blijven maar een paar uur in leven. Ze leven van nature in de grond en dringen alleen zachte insectenlijven als rupsen binnen. Omdat de boswachterij alleen de eikenprocesssierups (en -vlinder) wil bestrijden en zoveel mogelijk andere vlindersoorten wil beschermen, wordt ieder jaar de Vlinderstichting geraadpleegd. Zij geeft aan waar niet gespoten kan worden omdat er beschermde vlinders leven en waar bedreigde vlindersoorten voorkomen. Spuiten kan zo alleen na zorgvuldige afweging kan plaatsvinden.

WEGZUIGEN NESTEN

Na het besproeien met nematoden brengt de boswachterij de eikenprocessierupsnesten in kaart. Bomen met nesten krijgen een rood-wit lint. Vanaf ongeveer eind mei, als de rupsen de overlastgevende brandharen ontwikkelen, worden de nesten weggezogen, met een soort grote stofzuiger of met de hand. Hier gaat de boswachterij ook mee door als de rupsen vlinders zijn geworden. ‘Dat is belangrijk, omdat lege nesten met achtergebleven brandharen tot wel 8 jaar voor jeuk en allergie kunnen zorgen. Plekken waarvan we weten dat er veel nesten zijn en waar veel mensen rondlopen, pakken we als eerste aan,’ aldus de boswachterij.

De boswachterij roept bosbezoekers op om, ook met een huisdier, afstand van de bestrijdingswerkzaamheden te houden. De nematoden worden met een krachtige straal de eikenbomen in gespoten. En het wegzuigen van de nesten kan losse brandharen in beweging brengen.

Wie vanaf eind mei (nesten van) in het Amsterdamse Bos de eikenprocessierups in een boom ziet die geen rood-wit lint heeft, kan hiervan melding maken via Meldpunt openbare ruimte. Op deze manier kunnen bosbezoekers helpen om zoveel mogelijk nesten op te sporen, zodat die weggehaald kunnen worden.