Column IVN Amstelveen: Twee nieuwe broedvogels bij Kleine Poel

AMSTELVEEN Op een mooie zondagochtend eind april, loop ik een ‘vogeltelrondje’ om de Kleine Poel. Vanuit ons huis sla ik linksaf de Legmeerdijk op en geniet van de stilte en de rust van het moment. Om 6 uur in de ochtend slaapt de Randstad nog en kan ik de vogelgeluiden goed waarnemen en zo de vogelstand in dit kleine natuurgebied monitoren. Als ik bijna bij het Schinkeldijkje ben hoor ik plotseling een explosie van geluid uit het riet. Meteen schiet ik 30 jaar terug in de tijd toen ik dit geluid voor het eerst hoorde in een Zuid-Frans moerasgebied; Cetti’s zanger, geen enkele andere vogel die zo’n speciaal geluid produceert. 

In voorgaande jaren broedde deze rietvogel al aan de noordwest zijde van de Grote Poel, maar nu is kennelijk een van de nazaten in mijn telgebied neergestreken. De laatste nieuwe broedvogel die ik in dit gebied noteerde is al weer zo’n 15 jaar geleden, toen de nachtegaal besloot hier een aantal jaren te komen broeden. 

De Italiaans-Duitse ornitholoog Cetti noemde het vogeltje de riviernachtegaal, omdat beide vogels iets roodbruins in hun verenkleed hebben. Later kreeg de vogel de naam van Cetti. De Nederlandse ornitholoog Temminck, onder andere bekend van Temmincks strandloper, beschreef de soort eind negentiende eeuw wetenschappelijk en zorgde mede voor de bijzondere naam van Cetti’s zanger, een soort hommage aan zijn voorganger. De vogel heeft zijn leefgebied de laatste decennia steeds verder naar het noorden uitgebreid als gevolg van klimaatverandering.

Een tweede nieuwe broedvogel die we dit jaar mochten verwelkomen langs de Kleine Poel was de visdief. Op verzoek van de Vogelwerkgroep van IVN Amstelveen werden op twee plekken in het gebied broedvlotten voor deze vogels geplaatst. Ze  zijn speciaal ontworpen en uitgerust met een laag kiezelsteentjes om het de vogels naar de zin te maken. Vorige zomer zat er af en toe al een visdief te rusten op het broedvlot, kennelijk is dat een soort verkenning geweest, want dit jaar werd er daadwerkelijk gebroed en vlogen er 3 jongen uit. 

Als onderdeel van het broedvlotjesproject werden in het plasje langs de Kleine Noorddijk kleine broedvlotjes aangelegd die erg geschikt zijn voor de zwarte stern. Van een natuurfotograaf op leeftijd hoorde ik namelijk dat er tot in de jaren zestig zwarte sterns hebben gebroed achter de Bovenkerkse Urbanuskerk. Dat zou nog eens een mooie kers op de taart zijn als afronding van de restauratie van deze monumentale kerk na de brand: broedende zwarte stern bij de Amstelveense Poel.

Henk Breij