Afbeelding
Edith Kuiper

Column IVN Amstelveen: Fazant, maar trots als een pauw

19 juni 2021 om 10:00 Natuur en milieu

AMSTELVEEN Zet een stadjer zonder vogelkennis in het open veld en hij weet dat een fazant een fazant is. Er zijn maar weinig mensen die de vogel niet op naam kunnen brengen. Wat maakt de fazant toch zo bekend? Het exotische voorkomen van de mannetjes? Hun rauwe kreet om te laten weten ‘hier ben ik’? Of het feit dat ze met veel stampei vlak voor je voeten opvliegen en je daarmee een halve hartverzakking bezorgen?


Tijdens mijn Middelpolderwandelingen zijn ze niet te missen, de opvallende roodgelelde, langstaartige fazantenhanen met hun harem van bruin gevlekte hennen. Altijd opvallend op de uitkijk en zelf gezien willen worden. Of in gevecht met een mannelijke soortgenoot. Bij het zien van de trotse hanen krijg ik steevast associaties met mijn Amsterdamse kindertijd. Twee keer per jaar passeerden we op weg naar onze tandarts in de Pijp een aaneengesloten rij van grote vogelverblijven met pauwen, kippen en andere hoenderachtigen, waaronder verschillende soorten fazanten. Imponerende herrieschoppers waren het. Pauwen en fazanten: hun haan moet altijd koning kraaien.


KILLING FOR FUN De fazant is een exoot, zo’n soort die van nature niet in West-Europa voorkomt, maar hier wel prima gedijt. Waar ze wel echt thuis horen en lang geleden vandaan zijn gehaald: meer oostelijk gelegen contreien. De Romeinen, in het verre verleden kennelijk ook al in staat tot culinaire kunsten, ontdekten dat een fazantenboutje niet te versmaden was en importeerden de soort. Leuk om op te schieten. Lekker in de vuurpot. Een paar eeuwen terug werd de soort voor de plezierjacht - en vast ook om op te eten en zijn mooie veren te verzamelen - geïmporteerd in West-Europa. Inmiddels zijn fazanten hier niet meer weg te denken in polders, parken en pannetjes van duin of poelier.


ROVERS Ik vind fazanten fascinerende beesten, maar of ik ze ook aardig vind? Jarenlang heb ik met argusogen gadegeslagen hoe een fazantenman in de lente dagelijks het weiland voor ons huis doorkruiste. Ik ben ervan overtuigd dat hij uit was op de kievietseieren die hij daarbij niet toevallig tegenkwam. Fazanten zijn geen brave planteneters, maar rovers, die naast zaden van planten ook dierlijke eiwitten eten: insecten, wurmen, muizen en volgens mij dus ook weidevogels in de dop. En anderzijds, een trotse haan mag bij mij altijd op de foto. Net als de moeke met haar 14 aandoenlijke donskuikens. Fazantenbabies lopen zo hun ei uit en kunnen zelfs als ze heel klein zijn al vliegen, in plaats van wekenlang als hulpeloos bloot frummeltje in hun nest te blijven liggen. Fazanten? Van mij mogen ze toch wel blijven.

Tekst en fotografie door IVN-lid Edith Kuiper

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie