Frank Bosman: ,,Humor is echt niet het eerste waar gelovigen aan denken als het om de Bijbel gaat. Dat is niet terecht."
Frank Bosman: ,,Humor is echt niet het eerste waar gelovigen aan denken als het om de Bijbel gaat. Dat is niet terecht." Maurice van den Bosch/Tilburg University

‘Wij gelovigen zijn dikwijls chagrijnig’

29 oktober 2020 om 16:30 Geloof & Zingeving

AMSTELVEEN Een goede grap helpt ons om te gaan met zaken waarmee we het moeilijk hebben, zegt cultuurtheoloog Frank Bosman. Gedragsregels tijdens de coronacrisis, bijvoorbeeld. Bij het racismedebat is de lol er intussen wel af.

Elk domein van het leven is geschikt om grappen over te maken, stelt Frank Bosman. ,,Er kunnen en moeten overal grappen over worden gemaakt. Als het om humor gaat, zijn er wat mij betreft geen heilige huisjes, geen taboes. Nee, daar denkt niet iedereen zo over. Denk aan grappen over ernstige ziektes of natuurrampen, of de dood van een celebrity. Zangeres Whitney Houston overleed en binnen twee seconden stond op Twitter: ‘Houston, we have a problem’. Daar zal niet iedereen om hebben kunnen lachen. In de tijd dat seksueel misbruik door geestelijken volop in het nieuws was, liep er in de carnavalsoptocht in Oeteldonk een groep mee, verkleed als priesters, met borden om hun nek: ‘Wij zijn buiten ons broekje gegaan’.”

Dit artikel is een samenwerking met onze mediapartner Volzin. Meer van dit soort artikelen zijn te lezen op onze website in de rubriek Lifestyle / Geloof & Zingeving.

Welke betekenis heeft humor voor ons mensen?

,,Ik ben theoloog en gek op rijtjes. Hier komen drie betekenissen van humor voor ons leven. De eerste: humor is een coping mechanisme, een manier waarop we omgaan met zaken die we lastig vinden. Dat kan enerzijds het heilige, mooie, schone zijn en anderzijds het slechte, het verdorvene. We lachen er om, omdat we het moeilijk vinden om erover te praten. De tweede betekenis: humor vernietigt de gesneden beelden van onze goden en heilige huisjes. God, geld, succes, je eigen kunnen, je afkomst; er is altijd wel iets waar je je zekerheid vandaan haalt en heilig in gelooft. Humor breekt die beelden af. Dat begint al in Exodus met de vernietiging van het gouden kalf. Humor houdt opruiming onder wat wij denken over God te weten. De derde: humor houdt de grootinquisiteur in ons onder de duim. Wij hebben de onbedwingbare neiging om anderen voortdurend de maat te nemen en je eigen positie als superieur te beschouwen. Dat maakt je onuitstaanbaar en hardvochtig. Humor leert je om jezelf minder serieus te nemen. Zoals de Griekse filosoof Seneca al zei: ‘Vandaag ben je een koning, morgen ben je een slaaf’.” 

Heeft u goede coronagrappen gehoord?

,,Geen grappen over het virus zelf, wel veel grappen over de bruiloft van Grapperhaus. En er kwamen beelden voorbij met mensen en hun mondkapje. Ik zag een filmpje van een heel schone dame, die drie mondkapjes droeg, maar niet voor haar mond. Dit laat zien dat humor helpt, als we iets moeten doen wat we lastig vinden. Er waren grappen over mensen die we ook in de toekomst graag op anderhalve meter afstand willen houden, zoals de spreekwoordelijke schoonmoeder. Nee, serieus, dat gaat niet over de mijne. Dat is echt de allerliefste schoonmoeder die er bestaat. Ze zit hier naast me.”

,,Samen met Eric van den Berg en Peter van Zoest maakte ik voor de website Mediakathedraal een ‘coronalexicon van katholieke begrippen’. Dat bevat lemma’s als afstandsdopen, hoestschermen, coronacredo en wijwatervrees. Bij communieschild: ‘Het communieschild ontleent zijn naam aan het zeventiende-eeuwse gebruik in Noord-Zweden om tijdens het uitreiken van de communie de priester een ceremonieel schild boven het hoofd te houden. Het schild, soms van edelmetaal, maar soms ook van eenvoudig riet of doek, vaak rijk beschilderd, zorgde, zo geloofde men, dat de duivel en zijn demonen niet de communiegang zou kunnen verstoren door gelovigen net voor of net na het ontvangen van de communie in bezit te nemen en het heilig sacrament te onteren’. Het is onze kleine bescheiden bijdrage aan de coronavreugde.”

Een maatschappelijk hachelijk onderwerp waarbij humor chronisch ontbreekt is de discussie over racisme.

,,Ook hier zou humor kunnen helpen, maar zo gaat het niet. Ik snap de maatschappelijke druk. Ik durf ook geen goede zwartepietgrap meer te maken. Theoretisch vind ik dat we ook daar met elkaar grappen over moeten blijven maken. Tegelijk ervaar ik ook bij mijzelf sociale druk om daarvan af te zien. Dat is jammer. Zo zie je: ik haal mijn eigen idealen ook met moeite. Het debat over racisme is een mijnenveld, het is op eieren lopen in de overtreffende trap. Wat we nodig hebben, zijn warme harten en koele hoofden. Maar we hebben koele harten en oververhitte hoofden. Aan beide zijden van de discussie zijn mensen heel boos. Boze mensen maken geen grappen.”

Wat we nodig hebben, zijn warme harten en koele hoofden. Maar we hebben koele harten en oververhitte hoofden

,,Ik kom vaak op radio en televisie. Er zijn twee onderwerpen waar ik mij verre van houd. Dat zijn Israël en Palestina, onmogelijk om daar een genuanceerde positie over in te nemen, en racisme. Zeker voor mij: ik word direct weggezet als een cis-gender (iemand die zich prettig voelt in het geslacht waarin hij of zij geboren is – red.), heteroseksuele witte man met baard aan de verkeerde kant van de veertig. Voilà, vijf privileges zonder dat ik het zelf in de gaten heb. Dat zet mij op een vijfvoudige achterstand en maakt het bijna onmogelijk iets te zeggen. Ik hoop dat cabaretiers en andere officiële grappenmakers onder ons dit onderwerp niet links zullen laten liggen. Wat ook niet helpt: sociale media straffen humor direct af. Als je iets zegt dat niet goed valt, krijg je via Facebook en Twitter direct een vuilbak over je heen. Daar leer je mee omgaan, maar prettig is anders. Ik ben op beide onderwerpen voorzichtiger dan tien jaar geleden.”

Geen taboes voor humor, wel grenzen aan de grap?

,,In het juridische domein ben ik uiterst terughoudend waar het gaat om het aangeven van grenzen aan grappen. De wet stelt dat je niet mag aanzetten tot haat, tot het plegen van misdaden en het verstoren van de openbare orde. Zo’n juridische grens is goed, het maakt een veilig samenleven mogelijk. Correct dat die grens er is én correct dat die grens erg ver ligt. Als aan een rechter wordt gevraagd wanneer humor de juridische grens over gaat, worden cabaretiers eigenlijk altijd vrijgesproken. Denk aan het spraakmakende ezelproces van Gerard Reve.”

,,Daarnaast is er een morele grens, die aangeeft tot hoever het betamelijk is om bepaalde grappen te maken. Daarvoor ligt de verantwoordelijkheid bij de grappenmakers zelf. Ik hoop dat cabaretiers begrijpen dat alles wat je juridisch mag zeggen, niet altijd moreel juist is om te zeggen. Je moet een zekere zelfbeheersing hebben om niet alles wat je hoofd denkt filterloos uit je bek te laten klepperen.”

Je moet een zekere zelfbeheersing hebben om niet alles wat je hoofd denkt filterloos uit je bek te laten klepperen

Moet een grappenmaker zich laten tegenhouden door de lange tenen van degene over wie de grap gaat?

,,Nee. In een ideale situatie moet je je bewust zijn van die lange tenen en inschatten hoe de grap bij verschillende doelgroepen kan vallen. Dat is deel van je professionele verantwoordelijkheid. Dat betekent niet dat je de grap niet moet maken. Ook al vindt de ander het niet leuk en voelt hij of zij zichzelf gekwetst. Een collega van mij studeerde en publiceerde veel over slachtofferschap en vergeving. Hij stelde dat zo lang een slachtoffer de dader niet kan vergeven, de macht bij de dader blijft. Zodra je kunt vergeven, neem jij de regie in handen en verliest de ander zijn macht over jou.” 

,,Dat geldt ook bij humor. Zodra je je beledigd laat zijn door een grap, geef je de macht, controle en regie aan de belediger. Die bepaalt wat er gebeurt. Jij voelt je door hem beledigd. Terwijl je ook kunt denken: ‘Die vent is niet wijzer, pleur toch op’. Daarmee neem je de regie over je eigen autonomie terug. Dat raad ik veel gelovigen aan, die zich gekwetst voelen door wat er op toneel over christenen wordt gezegd, en dat is best veel. Niemand dwingt jou om ernaar te kijken. Niemand dwingt jou om het leuk te vinden, zelfs de cabaretier niet. Aan jou is de keuze of je de cabaretier invloed op jouw leven laat hebben, of niet.” 

Paspoort
Frank Bosman (Leidschendam, 1978) is cultuurtheoloog en verbonden aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Tilburg University.
- Is in 2011 uitgeroepen tot de eerste Theoloog van het Jaar.
- Promoveerde in 2014 op een proefschrift over de Zwitserse dadaïst, cabaretier en mysticus Hugo Ball.
- Werkte als eindredacteur bij diverse rooms-katholieke media (Katholiek Nieuwsblad, RKNieuws.net). Is sinds 2013 lid van de redactie van de website Katholiek.nl.
- Verschijnt regelmatig in landelijke media (kranten, televisie, internet), onder andere als een van de vaste commentatoren voor het Radio 1-programma Dit is de dag (EO).
- Publiceerde onder andere: God houdt wel van een geintje. Kleine theologie van de humor. Zoetermeer: Meinema, 2012.

In zijn voorstelling ‘Met alle respect’ betast en likt cabaretier Theo Maassen een crucifix. Er ontstond veel ophef over.

,,Een grap kan zo hard niet zijn of ik zie er, als beroepsgelovige, een theologische meerwaarde in. Met deze grap heb ik niet zoveel moeite, al kan ik er ook niet om lachen. Wij geloven in een gekruisigde God, voor de Joden een aanstoot, voor de Grieken een dwaasheid. Christus meer vernederen dan toch al gebeurd is, lijkt me erg lastig. Hij is op de meest gruwelijke, mensonterende en vernederende manier geëxecuteerd die de Romeinen konden bedenken. En de Romeinen waren erg creatief in dit soort zaken. Hoe kun je daar nog overheen komen?”

,,In de catacomben is een afbeelding gevonden van een kruis met een ezelskop. Vroeger werd gezegd dat dat antichristelijke propaganda was: kijk eens wat een dwaasheid, jullie God is een ezel. Recent kwamen er theorieën op die beweren dat dit christelijke zelfidentificatie is. De dwaasheid, onbegrijpelijkheid, vernedering van het kruis is juist de kern van ons christelijk geloof. Als een cabaretier aan een kruis gaat lopen likken, denk ik: seen that, been there, done that. Wat denk jij nog aan die kruisdood toe te kunnen voegen?”

,,In de rooms-katholieke traditie kennen we de kruisverering op Witte Donderdag. Dat gaat meestal door het kussen van de voeten. Kussen van voeten, likken van een kruisbeeld... De intentie is anders, dat snap ik wel, maar qua symboolhandeling kan een theoloog er wel een puntje aan zuigen. Ik wil voorkomen dat de beledigende partij macht over mij uitoefent. Dat vereist enige theologische en intellectuele lenigheid, maar het zou voor veel mensen een grote opluchting kunnen zijn.”

Als we in de kerk kunnen kiezen tussen de lichte en de zware optie, zijn wij geneigd direct de zware optie van stal te halen

Wordt er in kerken genoeg gelachen?

,,Veel te weinig! Wij gelovigen zijn dikwijls chagrijnig. Zelfs in de katholieke kerk waarvan altijd gezegd wordt dat het er zo vrolijk is. Katholieken in Nederland zijn crypto-calvinistisch. Wij hebben niet de blijmoedigheid die de Zuid-Europese katholieken van nature hebben. Serieus, cerebraal, intellectueel, heel veel woorden. Als we in de kerk kunnen kiezen tussen de lichte en de zware optie, zijn wij geneigd direct de zware optie van stal te halen. Waarom? Wij hebben niets minder te vieren dan de vreugde van de verrijzenis. In de liturgie van de paasnacht klinkt zelfs dankbaarheid om de fout van Adam, de zondeval, omdat zonder dat God nooit mens geworden was. Dat is een paradox zoals je vaak in grappen terughoort en waar je om moet lachen. Dat komt op meer verborgen punten in de liturgie terug. In de Middeleeuwen ontstond de gewoonte om in de paaspreek een grap te vertellen. Met het lachen van de mensen werd ook de dood uitgelachen.”

Waarom werden wij zo humorloos? 

,,Al tweeduizend jaar hebben we de Bijbel gelezen in een hoogliturgische context. Daardoor zijn wij de inhoud gaan zien als superserieus. Wij vergaten dat de Bijbel vol staat met grapjes en humoristische knipoogjes. Humor is echt niet het eerste waar gelovigen aan denken als het om de Bijbel gaat. Dat is niet terecht. Gezelligheid, vriendelijkheid, een grapje maken zijn uitdrukkingen van liefde voor elkaar. Zij horen bij de geloofsgemeenschap. Geloven wordt leuker als we onszelf niet al te serieus nemen.”

,,Meer humor maakt ons ook prettiger voor anderen. In het seculiere domein hebben gelovigen niet de reputatie de gangmaker op een feest te zijn. Terwijl wij het uitgebreid hebben over het bruiloftsfeest van het Lam, een groot feest waar iedereen in de mooiste kleren is uitgenodigd om te drinken en te eten en te toasten. Als ik naar de kerk ga, heb ik eerder het idee in een voortdurende uitvaartliturgie verzeild te zijn, dan gast te zijn op een bruiloftsfeest.”

Geloven wordt leuker als we onszelf niet al te serieus nemen

Wordt het tijd voor een stand-uptraining voor voorgangers?

,,Theologen worden niet opgeleid om grappen te vertellen en dat hoeft ook niet. Daar zijn cabaretiers en cartoonisten voor, laat theologen die grappen maar uitleggen. In de preek is voldoende ruimte om te laten zien dat je ook lichtvoetiger in het leven kunt staan. Het probleem is: theologen zijn vaak ook gelovigen en nemen zichzelf misschien te serieus. Het gaat in de kerk te veel over wat er allemaal niet goed gaat, in de wereld, in de kerk. Dat we te weinig bidden, te weinig geloven, te weinig naastenliefde praktiseren. Dat is misschien wel waar, maar je krijgt al snel het idee dat je voortdurend op je kop krijgt. Als je dan nog tot die 1 promille behoort die ’s zondags nog in de kerk zit, zou het fijn zijn te horen dat het goed is dat je er bent. Laten we eerlijk zijn: ik had ook iets anders kunnen doen.”

Wie is uw favoriete grappenmaker?

,,Herman Finkers. Zijn voorstelling ‘Na de pauze’ en zijn oudejaarsconference waren van een ongeëvenaarde buitencategorie. Hij presteert het om op primetime oudjaarsavond op televisie ‘Ubi caritas’ te laten horen, terwijl er een naakte vrouw over het podium danst. Daarbij ontdoet hij het van iedere goedkope erotiek en maakt er een loflied op de Schepper van. Dat kan er maar één: Herman Finkers. Ik heb hem nog nooit ontmoet, maar dat staat wel op mijn verlanglijstje. Ik bewonder hem zeer.”

door Kees Posthumus


Frank Bosman: ,,Als ik naar de kerk ga, heb ik eerder het idee in een voortdurende uitvaartliturgie verzeild te zijn, dan gast te zijn op een bruiloftsfeest.” - Stijn Rademaker

Wat is Volzin? Volzin is een magazine voor religie en samenleving. Volzin beschrijft de levensbeschouwelijke diversiteit in Nederland en organiseert zingevende activiteiten als lezingen, thema-avonden, boekprojecten en een jaarlijkse schrijfwedstrijd. Kijk voor meer informatie op www.volzin.nu

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie