Afbeelding
Eigen foto

Burger gaat opbreken samenwerking Aalsmeer/Amstelveen merken

7 oktober 2019 om 16:00 Politiek

 AMSTELVEEN/AALSMEER Wanneer de samenwerking tussen Amstelveen en Aalsmeer wordt opgebroken, dan gaan de inwoners dat merken in de vorm van minder goede dienstverlening en kennis van zaken bij de gemeenten. Dat is een van de conclusies uit het rapport dat onderzoeker Sjoerd Vellenga heeft opgesteld over wat er mis is en hoe het verder moet met de ontspoorde samenwerking tussen beide gemeenten. Het ontvlechten van de gezamenlijke ambtelijke organisatie kost 5 tot 10 miljoen euro, kost minimaal twee jaar en leidt de aandacht af om lopende plannen van de beide gemeenten goed uit te voeren. De voordelen die de samenwerking de burgers nu oplevert, verdwijnen.

Er zijn gevolgen voor onder meer de service van publiekszaken, sociale voorzieningen en jeugdzorg, het werkplein, beheer van de buitenruimte, ruimtelijke ordening en infrastructuur. Doordat de gemeenten samen een groter apparaat hebben dan zij ieder voor zich zouden hebben, zal er na opbreken in twee kleinere organisaties minder kennis van zaken zijn.

OORZAKEN Het rapport van Vellenga geeft inzicht in hoe het huidige conflict tussen Aalsmeer en Amstelveen is ontstaan. De kiemen hiervoor zijn al te vinden bij het opzetten van de samenwerking. De toenmalige burgemeesters Pieter Litjens van Aalsmeer en Jan van Zanen van Amstelveen, alsmede de beide gemeentesecretarissen destijds, hebben de samenwerking in korte tijd vormgegeven op basis van raamafspraken en onderling vertrouwen. Kort na de samenvoeging van de ambtelijke organisaties zijn de burgemeesters en gemeentesecretarissen vertrokken en dat heeft volgens tal van betrokkenen geleid tot een minder gedetailleerde uitwerking van de oorspronkelijke uitgangspunten. Menigeen vraagt zich af of de samensmelting niet te snel is gegaan, waardoor er 'weeffouten' zijn ingeslopen.

CULTUUR Een rol spelen verder de verschillen in de politiek-bestuurlijke cultuur tussen beide gemeenten en het feit dat Amstelveen meer financiële armslag heeft dan Aalsmeer. Hierdoor ontstaan fricties, wat noopt tot extra overleg. Aalsmeer ziet de kosten voor de samenwerking oplopen, van aanvankelijk 10 naar nu 16 miljoen euro. Voor Aalsmeer is het als afnemer van diensten van de gezamenlijke organisatie lastig bezuinigingen door te voeren. Vellenga: "Opgemerkt wordt in Aalsmeer dat ieder verzoek extra geld kost. 'Het lijkt alsof er alleen maar bijkomt en nooit iets af gaat in Amstelveen.'"

IRRITATIES Er zijn ook kleine irritaties: fouten in raadsstukken, de naam 'Amstelveen' staat op plekken waar 'Aalsmeer' hoort te staan, en er rijden auto's van de gemeente Amstelveen rond in Aalsmeer zonder dat er ook de naam 'Aalsmeer' op staat. Toch kunnen volgens Vellenga karikaturen over Amstelveen als 'arrogant incassobureau met gedwongen winkelnering' of 'Calimero-gedrag' van Aalsmeer, worden opgeborgen.

De uitbarsting is gekomen met de crisis in de ICT-systemen. Aalsmeer ziet problemen daarmee als achterstallig onderhoud, waarvoor het via overheadkosten al heeft betaald. Amstelveen ziet het als een investering in de digitale toekomst waarin beide gemeenten sowieso hadden moeten investeren. De oorspronkelijke afspraak was dat het Aalsmeerse college zich niet zou bemoeien met de bedrijfsvoering in Amstelveen, maar intussen zijn er vier wethouders druk mee bezig.

Overigens zijn de ambtelijke apparaten niet helemaal samengevoegd. Er is een klein beleidsteam in Aalsmeer gebleven ter ondersteuning van het college. Amstelveen beschouwt dat als vertragend extra overleg en ziet dit onderdeel graag opgaan in de gezamenlijke organisatie.

VERDER Vellenga geeft acht 'denkmodellen' voor hoe nu verder. Daarvan valt de optie van Aalsmeer en Amstelveen samenvoegen tot één gemeente meteen af, omdat Aalsmeer zelfstandig wil blijven. 'Voortmodderen' met de huidige manier van samenwerken valt ook af. Dat geldt tevens voor intensiveren van de samenwerking, wat de wethouders Van Rijn (Aalsmeer) en Berkhout (Amstelveen) wel willen, maar volgens Vellenga is het beter eerst de huidige samenwerking te optimaliseren.

Kansrijker zijn denkmodellen als: slimmer samenwerken door wat goed werkt te handhaven en andere delen weer ieder voor zich te doen of het van Amstelveen losmaken van de ambtelijke organisatie als een apart gedeeld 'service center' met een eigen directie. Ook kunnen de beide gemeenten weer een eigen ambtelijk apparaat krijgen en ad hoc samenwerken op basis van behoeften. En tenslotte is er de ontvlechting waarbij ieder zijn eigen weg gaat, de optie die niemand wil.

René de Leeuw

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie