Afbeelding
Tammy van Nerum

Gewoon, een zaterdag

26 september 2019 om 14:37 Lokaal/Column

Jacobine van den Hoek werkt en woont met haar man en drie zoons in Amstelveen. Ze schrijft wekelijks over dingen die zij meemaakt en haar opvallen.

Zaterdagochtend. Langzaam worden we wakker, de een wat sneller dan de andere. Onze jongste moet vroeg verzamelen bij Sporting Martinus. 'Mam, waar is mijn voetbalbroek?' 'Heb je al in de was gekeken?' Hij reageert met iets wat lijkt op een grom. 'Nee, ik hoef geen ontbijt,' zegt hij als ik een bord pak. 'Ik maak wel een eitje voor je.' 'Nee, echt niet. Ik heb geen honger.' 'Trek. De kindjes in... ' Het is er vroeger bij mij met de paplepel ingegoten: in Afrika hebben ze honger. Hier hebben we trek. Ik word oud.

Op het veld spreekt een vader zijn zoon vermanend toe. Driftig wijst hij naar de jongens van het voetbalteam. 'Ik wil naar huis!' schreeuwt de jongen. Hij rent weg naar de kant, pakt zijn rugzak op, en hangt hem demonstratief op zijn rug. Ik verberg een lach en wacht hoe het afloopt. Hoe vaak hebben wij onze zoons niet teruggestuurd bij teleurstelling in een verhitte wedstrijd. 'Je laat je team niet in de steek!' Vurige blikken. Tranen van frustratie. Een bekend fenomeen. En altijd weer de gang terug naar het veld, met hangende schouders en een verbeten trek om de mond. Verliezen zijn lastig te dragen, maar winnaars zijn verliezers die niet opgeven. Ik hoop dat onze jongens dat van ons willen aannemen.

Na de wedstrijd wil onze jongste direct naar huis. We verwijten hem zijn verlangen naar 'zijn game' en zeggen dat we thuis de wifi zullen uitzetten. 'Blijf lekker buiten.' 'Ik ben moe.' Zwijgend trappen we onze weg naar huis. De zon straalt. Op de hoek van de straat staat een ziekenauto. De buurvrouw, denk ik direct. De oude vrouw blijkt gisteravond te zijn gevallen en heeft de hele nacht op de grond gelegen. Ze was aanspreekbaar en gaat voor controle naar het ziekenhuis.

Met frisgewassen haren staat de jongste even later weer voor mijn neus. 'Zoek je vrienden op,' raad ik hem aan. Hij sputtert en schopt in de woonkamer tegen een bal. De vaas wordt niet geraakt; hij heeft het vaker gedaan. De wifi staat uit, de spelcomputer is onbemand en hij vindt het leven oneerlijk. Het is niet makkelijk om tien te zijn. Ik aai hem over zijn hoofd, maar hij ontwijkt me. Dan zie ik de ambulance wegrijden. Winnen of verliezen, gamen of buiten spelen, opeens is het minder relevant. We zijn gezond. De wifi gaat aan.

www.jacobinevandenhoek.nl

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie