Minister: Grens van 540.000 vluchten hoeft niet gehaald te worden

SCHIPHOL Het aantal van 540.000 vluchten dat minister Cora van Nieuwenhuizen onlangs opperde als groeipotentieel voor luchthaven Schiphol, is wat haar betreft een bovengrens die niet per se gehaald hoeft te worden. Dat heeft ze woensdag gezegd tijdens een debat in de Tweede Kamer. 

Minister Cora van Nieuwenhuizen kwam onlangs met een advies dat voor flink wat opschudding zorgde: Schiphol moet als het aan haar ligt - onder voorwaarden - kunnen groeien tot 540.000 vliegbewegingen per jaar. Dat aantal is wel een bovengrens en hoeft niet per se gehaald te worden, zei ze woensdag in de Tweede Kamer. 

EINDSTATION Ze zit daarmee niet op één lijn met haar partijgenoot Remco Dijkstra (VVD). Die zei in het debat dat 540.000 vliegbewegingen per jaar geen eindstation hoeven te zijn. Als het veilig kan en wenselijk is, mag het maximum ook hoger liggen, vindt hij.

Op dit moment bedraagt het plafond voor Schiphol jaarlijks 500.000 vliegbewegingen. Van Nieuwenhuizen wil dat wettelijk laten vastleggen. Het aantal kan straks stapsgewijs omhoog naar 540.000, maar wel onder strenge voorwaarden. De sector moet dan zorgen dat omwonenden minder last hebben van hinder. "Voor wat hoort wat", zei de minister.

GOUD IN HANDEN Dijkstra vindt dat de grens van 540.000 vliegbewegingen per jaar niet per definitie het eindstadium hoeft te zijn. Volgens hem heeft Nederland "goud in handen" met de luchthaven. Die is goed voor de economie en voor de werkgelegenheid, betoogde hij.

De wens van een deel van de Kamer om Schiphol op termijn deels naar zee te verplaatsen, wordt onderzocht, liet Van Nieuwenhuizen weten. Ze noemde dat scenario "een van de opties".