Jacobine van den Hoek
Jacobine van den Hoek Tammy van Nerum

Column Jacobine: ‘Het gaat goed’

8 september 2021 om 15:05 Overig

AMSTELVEEN Het is woensdagochtend. Ik loop de straat uit en passeer een woning die voor een exorbitant hoog bedrag (binnen een week) is verkocht. Er staan gloednieuwe auto’s geparkeerd en het lijkt wel alsof de Tesla in onze buurt gratis wordt weggegeven. Kinderen fietsen voorbij met zware rugtassen op de rug of in hun Cortinamand. Ze dragen T-shirts, broeken en truien met merklabels ten teken dat zij, of beter gezegd hun ouders, die kleding kunnen betalen. Sommigen hebben een elektrische fatbike, zo’n ding met dikke wielen en een motor. Ze kosten een modaal maandsalaris, alsof het niets is. Onze zonen hebben het ‘zwaar’, zij moeten op een derdehands fiets fietsen en krijgen zakgeld dat volgens het NIBUD verantwoord is.

Het gaat goed in Amstelveen. Dat zou je zeggen als je een rondje loopt in de buurt van het Oude Dorp. En toch, als je iets verder kijkt, valt er meer te zien. ’s Morgens vroeg, nog voor dag en dauw, nog voordat ik mijn hardloopronde begin worden er in het Amsterdamse Bos dekens opgerold en in een fietstas of winkelwagen gepropt. Een trouwe viervoeter krijgt een aai over zijn bol; de dag is begonnen. Het is verboden in het bos te slapen, maar soms wordt het gedoogd. Niemand praat erover. En er wordt weggekeken zolang de mensen die het niet is gelukt een dak boven het hoofd te regelen geen last veroorzaken.

Het verliezen van een baan, een scheiding van partner of ouders, het kan een vrije val betekenen. En wanneer je geen psychiatrische klachten hebt, geen verslaving of gediagnosticeerde gedragsproblemen – ofwel, als je ‘normaal’ bent – heb je geen recht op noodopvang. Voor een betaalbare, sociale woning kun je je natuurlijk inschrijven; als starter ben je over veertien jaar de eerste.

Het is nog geen negen uur ’s morgens. Een man staat wankel bij de bosjes aan het einde van de Bosbaan. Moeizaam doet hij zijn gulp dicht en kijkt me aan als ik langs ren. ‘Goed zo,’ zegt hij lodderig. Hij klapt in zijn handen. ‘Ga zo door.’ Het gebeurt me niet vaak dat ik zo vroeg word aangemoedigd. Verderop, bij de parkeerplaats aan het water zitten mensen in een auto. Het raam staat open. Een wolk van zoete wiet drijft langs. Ik ren door.

Het gaat goed in Amstelveen, maar laten we onze ogen niet sluiten voor dat wat er ook aan de hand is.

www.jacobinevandenhoek.nl

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie