Brievenbus: Scheg-Oost versus J.C. van Hattumweg

AMSTELVEEN Onlangs is het plan voor de bouw van 172 woningen aan de Van Hattumweg door een meerderheid van de raad aangenomen. Eindconclusie was de toezegging ‘dat er nog eens goed naar gekeken moet worden’. Dat geldt met name voor de ontsluiting. Omdat de Van Hattumweg ter hoogte van de kruising met de Amsteltram voor autoverkeer wordt afgesloten, beschikt Scheg-Oost over één in- en uitgang aan de Bovenkerkerweg.

Probleem is dat dit deel van de Van Hattumweg slechts 4.30 m breed is en daarmee ongeschikt is voor autoverkeer in twee richtingen. Vanwege de geïsoleerde ligging en een onbereikbaar openbaar vervoer, is de verwachting dat elke woning straks over twee auto’s beschikt. Dit betekent dat dagelijks ruim driehonderd auto’s meerdere keren per dag van dit deel van de Van Hattumweg gebruik maken. Dat is exclusief de talloze maaltijd- en pakjesbezorgers, servicediensten en bezoekers. Elke auto komt ván de Bovenkerkerweg en moet daar ook weer naar terug. 

Kan de smalle Van Hattumweg dat verkeer wel aan? Is het niet irritant om telkens een sompige berm in te duiken om tegenliggers door te laten? Hoe vervelend is het voor voetgangers en fietsers om continu belaagd te worden door passerende auto’s? Hoewel parkeren op de Van Hattumweg onmogelijk is, worden er toch acht woningen gebouwd die vanaf de weg bereikbaar zijn. Ze beschikken elk over twee parkeerplaatsen op eigen terrein.

Hoe het probleem moet worden opgelost is onduidelijk. Het is mogelijk de Van Hattumweg te verbreden door de noordelijke sloot te versmallen. In het bestemmingsplan staat daar niets over want de weg is géén onderdeel van het bestemmingsplan. Maar wat gebeurt er na de bouw als het zware bouwverkeer de rijweg en de taluds volledig aan gort heeft gereden? Wordt de rijweg dan toch verbreed? Theoretisch mogelijk, maar praktisch uitgesloten omdat dit ten koste gaat van de woonkwaliteit van Westwijk-Zuid.

Voor verkeer in één richting is de Van Hattumweg wél breed genoeg. Op de plankaart is te zien dat de weg uit vier delen bestaat. Een deel tussen de Legmeerdijk en Weldam, tussen Weldam en de Noorddammerweg, tussen de Noorddammerweg en de nog te verlengen Hammarskjöldsingel en tussen de Hammarskjöldsingel en de Bovenkerkerweg. Aan het laatste deel is Scheg-Oost gesitueerd. Het moet mogelijk zijn op basis van dit gegeven een systeem van eenrichtingsverkeer te ontwerpen waarmee onveilige situaties kunnen worden voorkomen en de weg aantrekkelijk blijft voorvoetgangers en fietsers. Zaak is wel dat de Hammarskjöldsingel zo snel mogelijk naar de Van Hattumweg wordt doorgetrokken, zodat een lus ontstaat waar ook het bouwverkeer gebruik van kan maken. Het afsluiten van de weg bij tramovergang kan daarmee vervallen.

Jos Hogenes