Afbeelding
Edith Kuiper
Column IVN

Ooievaar, mysterieuze hoogheid

23 januari 2021 om 10:00 Natuur en milieu

AMSTELVEEN Al maanden scharrelt een paar ooievaars in de Middelpolder zijn dagelijkse kostje bij elkaar. Bijzonder als je bedenkt dat deze vogels in de 70’er jaren bijna uit Nederland waren verdwenen. Door een reddingsprogramma van Vogelbescherming en vrijwilligers maakten ze een comeback.

Wie kent hem niet? Eén van de grootste vogels in Nederland, zwart-wit, lange oranjerode priksnavel, hoge rode poten. Is het niet door zijn imposante verschijning, dan is hij wel bekend vanwege de mysterieuze praatjes die over hem de ronde doen. In veel volksverhalen brengt de ooievaar geluk en nieuw leven. Wij Hollanders blijken niet de enigen die de ooievaar associëren met de geboorte van baby’s. Het antwoord op de vraag waarom de ooievaar symbool staat bij de geboorte, moeten we zoeken in de Griekse mythologie, de Middeleeuwen en Duitsland. In onze contreien komt het vooral doordat het ouders in de 18e en 19e eeuw goed van pas kwam om kinderen niet al op jonge leeftijd seksueel te hoeven voorlichten.

DEFTIGE STAPPER Tijdens zijn jacht op prooidieren loopt de ooievaar als een deftige hoogwaardigheidsbekleder met grote stappen door het groen. Tref je man en vrouw samen, dan zul je zien dat hij het wint in grootte van zowel lijf als snavel. In de vlucht vallen ooievaars op door hun lang uitgestrekte nekken en de twee meter zwart-witte spanwijdte van vleugelpunt tot vleugelpunt. Met die lange lappen kunnen ze urenlang zonder vleugelslag op de thermiek blijven zweven.

GEKLEPPER De meeste in ons land broedende ooievaars trekken in de herfst naar Afrika. Ongeveer een vijfde blijft achter en overwintert hier. Meestal blijven man en vrouw ooievaar elkaar hun hele leven trouw. Ze keren ieder voorjaar terug naar hun eerder gebruikte nest. Aan de paring gaat een uitgebreide balts vooraf: luid met de snavels klepperend gooien de geliefden hun koppen in de nek. Het broeden in april gebeurt in een groot nest van takken, gras, hooi en mos op een telefoonpaal, schoorsteen, kerktoren, hoogspanningsmast, dak of boom. Na een maand piepen er drie tot vijf kale scharminkels uit hun ei. In de daarop volgende twee maanden worden die volgepropt met alles wat pa en ma in hooi- en weiland weten te scoren: kikkers, muizen, mollen, insecten, hagedissen, slakken, regenwormen, jonge vogels, aas, rivierkreeften, slangen en afval. Totdat ze herkenbaar zijn als mini ooievaartjes en ze voorzichtig hun eerste vliegrondjes maken om als nieuwe generatie in de wijde wereld op ontdekkingstocht te kunnen gaan. Op naar het voorjaar!

Tekst en foto: Edith Kuiper

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie