Fluweelpootjes met een besneeuwd dakje.
Fluweelpootjes met een besneeuwd dakje. Henk Breij

Paddenstoelen in winters Amsterdamse Bos

26 januari 2019 om 10:00 lokaal

AMSTELVEEN Regelmatig vertelt een IVN-natuurgids in deze rubriek over de natuur. Dit keer gaat Henk Breij in op de paddenstoelen die hij op een winterse dag zag in het Amsterdamse Bos.

Op een grijze winterdag loop ik over het Zwarte Pad het Amsterdamse Bos in op zoek naar vulling voor een column. Langs het voormalige boswachtershuisje steek ik de Kleine Noorddijk over en wandel verder het bos in. Meteen aan mijn rechterhand zie ik op een boomstam een grote groep zwarte paddenstoelen. Aangezien het hier om een oude eikenstam gaat trek ik de conclusie dat we hier van doen hebben met de eikentrilzwam. Deze zwarte paddenstoel heeft een gelatine-achtige structuur en doet zich tegoed aan dood eikenhout. Zijn dubbelganger de zwarte trilzwam tref ik even verderop aan op een wilgenstam. Iets verderop zie ook nog de gele trilzwam, die vooral in de late herfst te zien is op dode eikentakken.

Als ik bij de Tankval aankom, besluit ik de paden te verlaten en me te laten leiden door bemost dood hout. Juist in deze tijd van het jaar laten mossen zich van hun mooiste kant zien. Ze profiteren optimaal van het vele licht en hun groene kleur straalt je haast tegemoet.

Ik zie nog volop glimmerinktzwammen, Judasoren, mosklokjes en witsteelfranjehoeden. Maar vooral de groene schelpzwammen zijn in de late herfst en vroege winter op hun mooist. Hun glanzend groene hoeden schitteren prachtig als ze even belicht worden door een sprankje zonlicht.

Ik klauter over boomstammen, duw takken weg en strompel verder door het bos. Ik schrik me een ongeluk als er vlak voor me een houtsnip het luchtruim kiest. Net als zijn neefjes de watersnip en het bokje, vertrouwt ook deze vogel op zijn schutkleur en vliegt pas weg, als je er al bijna bovenop staat. "Bokjes schoppen" is bekend jargon in de vogelwereld.

Eigenlijk ben ik stiekem op zoek naar fluweelpootjes, een van mijn favoriete winterpaddenstoelen. Vanwege het feit dat ze een beetje antivries in zich dragen kunnen ze een graadje vorst wel verteren. Hun feeërieke naam danken ze aan de kleur en structuur van hun steel, zacht zwart fluweel. Ik tref een mooi groepje aan op een afgezaagde boomstronk en maak een paar foto's. Maar eigenlijk zouden ze met een besneeuwd dakje veel mooier tot hun recht komen. Volgende week wordt het wat kouder en zou de botsing van warme en koude lucht tot wat sneeuwval kunnen leiden. Ik prent de plek waar ze staan goed in mijn hoofd en wandel terug naar huis.

Drie dagen later valt er sneeuw in de nacht en ga ik 's morgens op de fiets terug naar het bewuste plekje. Het dooit al flink, maar de hoedjes van de paddenstoelen zijn nog bedekt met een laagje sneeuw. Bovendien schijnt de zon, zodat de smeltende sneeuw ook nog eens mooie schittering te zien geeft.

Ik schiet mijn plaatjes en keer tevreden terug naar huis. ´Volgende keer wel je fiets op een ander plekje zetten, sufkop,´ bedenk ik me als ik het resultaat bekijk.

Henk Breij

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie