Afbeelding
Tammy van Nerum

Het is zondag

27 juni 2019 om 16:43 Lokaal/Column

Jacobine van den Hoek werkt en woont met haar man en drie zoons in Amstelveen. Ze schrijft wekelijks over dingen die zij meemaakt en haar opvallen.

Ik ren door het Amsterdamse Bos. Drie jongens, ik schat ze een jaar of tien, stoppen bij een waterpunt. Achteloos dempen ze het waterstraaltje met hun hand. Hun veel te kleine fietsje heeft alleen een voorband, als achterband dient de velg. Gebroederlijk maken ze ruimte voor me. 'Ik wacht wel even,' zeg ik, en laat hen voor. Ik heb alle tijd. Het is zondag.

Verderop hangen vijf pubers op een bankje. Een van de jongens heeft een bungelende sigaret in de linkerhoek van zijn mond. Een ander heeft een jas over zichzelf getrokken. Met een grijns vraag ik of ze net terug zijn van stappen. Ze ontkennen. Ik loop door en puf de warmte van me af. Het is een vroege zondagochtend.

Er is onrust in het water. Een ware vissenrevolutie is uitgebroken in het Amsterdamse Bos. Vinnige vinnen verstoren de anders zo rustig stilstaande vijver. Vissen kronkelen. Verstrengen. Het water spat in het rond terwijl ze elkaar de staarten inslaan. Verderop zie ik een konijn op het water drijven. 'Wat is hier aan de hand?' Als ik beter kijk is het toch een eend. Dat mag. Het is zondag.

In mijn linkerkuit voel ik een vervelende zeurende pijn. Overbelasting, zei Kelsey, de fysiotherapeut. Bij de eerste de beste boom houd ik in. Ik plaats mijn handen naast elkaar op de stam van de eik, en ik duw mijn linkervoet naar achter. Strekken is geen overbodige luxe. Ik schrik. Geef een gil. Ik voel het eerder dan dat ik het zie. Mijn hartslag schiet omhoog. Niet van inspanning. Nee! Iéts heeft mijn vingers aangeraakt! Ik lette niet op! Ze raakten de harige substantie met daarin kruiperige kruipende rupsen. Beesten met harige lijven in een wereld van zilveren draden. Kriebelige processierupsen die mijn huid met hun aanraking kunnen veranderen in een jeukend heuvellandschap, die mijn ogen kunnen laten prikken alsof er bleekmiddel in is gesproeid en die mij genadeloos de adem kunnen benemen. Beestjes waardoor er rood-witte waarschuwingsvaantjes in het bos hangen: houd ze in de gaten! Ga ze uit de weg! Het is zondag.

Ik ren door. Hoop dat het geluk met mij is. Zoals eerder met dat vervelende plekje op mijn borst. Ja, het was een kankertje, een basaalcelcarcinoom, de meest voorkomende soort en goed te verwijderen. Ik kwam met de schrik vrij. Net als vandaag? Het is immers zondag.

www.jacobinevandenhoek.nl

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie