Jacobine van den Hoek
Jacobine van den Hoek Foto: Tammy van Nerum
Column Jacobine

Doorkijk naar het verleden

5 augustus 2020 om 11:50 Column

AMSTELVEEN Ik zet mijn ene voet voor de andere. Ren. Maar moet steeds stoppen. Het is te mooi. Elke keer weer, ieder jaar opnieuw, sta ik versteld van de schoonheid van ‘ons’ vakantie-eiland. Op Terschelling vind ik verborgen vennetjes, fietspaden die in het duinlandschap verdwijnen en oneindige uitzichten over het wad. Vogels. Wolken. Blauwe hemel. Zal ik nog even verdergaan? Ik zal het u besparen.

Ik loop en loop. Hoor stemmen door het groen. Een koor. Is dat niet verboden? Weer vertraag ik mijn pas en ik speur waar het geluid vandaan komt. Ik spits mijn oren. Luister. De melodie ken ik, maar de woorden zijn ver weggezakt in mijn geheugen, ze horen bij mijn verleden; iedere ochtend speelde onze meester op het orgel en zongen wij met vijftig kinderen in de klas de voor die dag door ons uit het hoofd geleerde psalm of gezang. Ik hield van de vrolijke melodieën en zong ze uit volle borst mee. Over de betekenis van de woorden dacht ik niet veel na, het ging me om de toon en de lol van het zingen. Mijn vriendinnen en ik spraken er nooit met elkaar over, het was geen onderwerp, jongens vonden wij in die tijd belangrijker. We wisten en accepteerden dat we sommige vriendinnen op zondag niet hoefden te vragen mee te spelen. Zo was het gewoon. We lachten schamper om de buren van mijn vriendin wanneer zij op zondag haar vader boos aanstaarden, als hij de ramen zeemde en met zijn spons de regels aan zijn laars lapte. Jaren later lachten we om die ene middag waarop hij de stuurse blikken zat was, baldadig zijn broek liet zakken, zijn achterwerk toonde en vriendelijk naar buiten zwaaide. Het werd niet gewaardeerd in de gemeenschap.

Tegenwoordig ga ik nooit meer naar de kerk en heb ik zo mijn eigen ideeën over religie en God. Toch wandel ik de kerktuin in. Ik zie mensen op anderhalve meter afstand van elkaar staan zingen. Het is prachtig. Hun samenzijn is zelfs achterin de tuin, bij de geparkeerde fietsen, waar ik sta, te voelen. Ik weet dat ik welkom ben, toch keer ik om als de laatste noten zijn gezongen en het tijd is om te bidden. Op het Terschellingerpad zet ik de ene voet weer voor de ander, mijn adem versnelt, en ik vervolg mijn weg.

Jacobine van den Hoek werkt en woont met haar man en drie zoons in Amstelveen. Ze schrijft wekelijks over dingen die zij meemaakt en haar opvallen.

www.jacobinevandenhoek.nl

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie